maandag 24 maart 2014

Brainstorm herontwerp ''OP12 onder de loep''

A. Bepalen van Kerndoelen/Leerdoelen
Kans is om structuur én ruimte te creëeren voor voorbereiding op afstudeerstage en afstudeeronderzoek met behulp van vakken integreren in projecten die door de steeds wisselende maatschappij ook steeds veranderen.
Inzetten op voorbereiden voor de afstudeerfase. Afbakenen en samenhang.

Doel is dat studenten na OP12 klaar zijn voor afstudeerstage en afstudeeronderzoek.
Blauwdruk --> Kader en inhoud OP12
Bijv 2 Modules gedurende deze onderwijsperiode
Voorbereiding Stage --> Vaardigheden/werkzaamheden/ondernemen logopedist
Voorbereiding Onderzoek --> Opdracht klein praktijkgericht onderzoek a.d.h.v. casus (multidisciplinair!!)

B. Bepalen van Vervlechting Kerndoelen/Leerdoelen (mate van integratie)
Goed in beeld brengen wat overkoepelend doel is: Goed voorbereid de afstudeerfase ingaan.
Stage: Welke vaardigheden mis je nog om werkzaam te zijn als logopedist? (evt. herhaling vaardigheden)
Onderzoek: Paramedisch breed project waarin alle competenties en prestatie indicatoren waar tot nu toe aan gewerkt is, geintergreerd zijn.
 
C. Bepalen van Aard Begeleiding (team teaching, fading in/out)
Stage --> Workshops/training door vakdocenten/stagebegeleiders/gastdocenten
Onderzoek --> Docenten/Lectoraat paramedisch breed. (teamteaching)
 
D. Bepalen van Aard Leeromgeving (simulatie, authenticiteit, project rondom "big question")
Hoorcolleges/Werkcolleges
Vaardigheidslessen
Project praktijk gericht onderzoek --> Casussen uit de praktijk (authenticiteit) multidisciplinair door bijv, fysio en logo studenten samen een casus te laten uitwerken bij een project. Tijdens dat project krijgen studenten lessen die bijdragen aan het uitwerken van een authenthieke casus.
 

zondag 9 maart 2014

Curriculum Analyse Deel D


Vraag V: Welke sterke punten herken je, wat zijn zwakkere punten?

De sterke kanten van het curriculum liggen onder andere bij het studiemateriaal, de studentenvoorzieningen en de toetsing van de opleiding.
De examencommissie is tevreden over de borging van de toetskwaliteit zoals blijkt uit haar studiejaarverslag. Ook studenten zijn tevreden met de voorzieningen en wijze van toetsen, wat blijkt uit onder meer de resultaten van de NSE 2013.

Vanuit de NSE geven studenten aan matig tevreden te zijn over de spreiding van de studielast over het studiejaar. Uit de onderwijsperiode-evaluaties  wordt duidelijk dat eerste en tweedejaars studenten tevreden zijn over de spreiding van de contacturen en dat de verhouding tussen contacturen en zelfstudie-uren goed was.

Wat uit de curriculum analyse en duidelijk uit de kritische reflectie naar voren komt, is dat studenten tevreden zijn over de beroeps-/praktijkgerichtheid van de opleiding. Docenten constateren echter dat er een duidelijke horizontale samenhang bestaat, maar dat deze niet zonder meer voor studenten herkenbaar is in de organisatie door de veelheid van soms kleine vakken. De opleiding heeft daarom besloten in de organisatie van het curriculum deze horizontale samenhang duidelijker zichtbaar te gaan maken.
De herziening van het curriculum wordt momenteel voorbereid en zal vanaf september 2014 actief uitgevoerd worden.

 

 

Curriculum Analyse Deel C

Vraag I: Welke leerlijnen/leerdoelen herken je?

Het programma kent vier leerlijnen, namelijk;

Conceptuele leerlijn: vooral conceptuele en handelingskennis wordt aangeboden.
Vaardighedenleerlijn: het vergroten van de eigen en beroepsvaardigheden.
Studieloopbaanbegeleiding/praktijkleerlijn: kennis maken met de beroepspraktijk en hierin participeren.
Integrale leerlijn: kennis en vaardigheden geïntegreerd demonstreren

De beoogde eindkwalificaties zijn geformuleerd in termen van competenties. De Dublin-descriptoren voor het bachelorniveau zijn gerelateerd aan de opleidingscompetenties.De opleiding heeft in het document Competentieprofiel Bachelor of Health/Logopedie de opleidingscompetenties verder uitgewerkt naar prestatie-indicatoren op drie beheersingsniveaus.
Niveau 1: de student is doorstroombekwaam  
Niveau 2: de student is basisbekwaam
Niveau 3: de student is startbekwaam
De beheersingsniveaus zijn gedefinieerd in termen van toenemende complexiteit, afnemende externe sturing, toenemende zelfsturing, verantwoordelijkheid, transfer en integratie.

Beheersingsniveau 1 wordt bereikt aan het einde van de propedeuse, beheersingsniveau 2 aan het einde van de derde periode in het derde studiejaar. Vanaf de vierde periode van het derde studiejaar start de voorbereiding op de afstudeerfase. Aan het einde van het vierde studiejaar wordt beheersingsniveau 3 bereikt.
 
Vraag II: Naar welke leerdoelen leiden deze leerlijnen?

In tabel 1 is schematisch weergegeven aan welke competenties wordt gewerkt gedurende de leerjaren.
De Dublin-descriptoren voor het bachelorniveau zijn gerelateerd aan de opleidingscompetenties, zoals te zien is in tabel 2. In het competentieprofiel zijn de prestatie-indicatoren per competentie te lezen.

Tabel 1 Overzicht beroeps- en  opleidingscompetenties

Beroepscompetenties en -rollen*

Opleidingscompetenties en -rollen**

Preventie, zorg, training en advies

Rollen: zorgaanbieder/therapeut, coördinator, trainer, adviseur

Therapeut, coördinator
1   Aanbieden van preventieactiviteiten
2   Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek
3   Verlenen van zorg: therapie

Trainer/coach, adviseur
4   Trainen en adviseren

Organisatie

Rollen: manager, ondernemer, begeleider, coach

Manager, ondernemer
5   Ondernemen en beheren
  
Begeleider, coach
6   Coachen en begeleiden van collega’s, teamleden en stagiaires

Beroep

Rollen: innovator, beroepsbeoefenaar

Innovator, beroepsbeoefenaar
7   Ontwikkelen van beroepscompetenties
8   Innoveren

*   Bron: Beroepsprofiel Logopedist 2003
**  Bron: Verantwoording competentieprofiel Bachelor of Health/Logopedie

Tabel 2 Relatie Dublin-descriptoren met opleidingscompetenties

Dublin-descriptor

Accenten in opleidingscompetenties voor de Opleiding voor Logopedie

Kennis en inzicht

2             Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek
3             Verlenen van zorg: therapie
5             Ondernemen en beheren

Toepassen van kennis en inzicht

1             Aanbieden van preventieactiviteiten
2             Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek
3             Verlenen van zorg: therapie
8             Innoveren

Oordelen

2             Verlenen van zorg: diagnostisch onderzoek
8             Innoveren

Communiceren

4             Trainen en adviseren
6             Coachen en begeleiden

Lerend vermogen

7             Ontwikkelen van beroepscompetenties

Vraag III: Welke integratie of samenhang van leerdoelen zie je?

De beoogde eindkwalificaties zijn geformuleerd in termen van competenties. De studenten verwerven in de onderwijseenheden vooral kennis en vaardigheden die ze in beroepsproducten integreren tot competenties. Het CLOTS-schema laat de verbindingen zien tussen de competenties die een student verwerft en hoe deze in het programma wordt geconcretiseerd in de leerlijnen.
Daarnaast beschrijft het CLOTS in welke onderwijseenheden de student de doelen kan bereiken, de wijze van toetsing en het aantal studiepunten bij succesvol afsluiten ervan.
Het CLOTS-schema illustreert daarmee de volledigheid van het programma: alle competenties op alle beheersingsniveaus komen in het programma aan bod en kunnen door de student verworven worden. Omdat de competentieverwerving in drie niveaus wordt onderscheiden, bestaat het CLOTS-schema van de opleiding uit drie deelschema’s.

De logopedist in de rol van therapeut houdt zich bezig met diagnostiek en behandeling van de cliënt. Daarbij begeleidt en coacht hij de cliënt in zijn zorgtraject. Tevens heeft de logopedist de taak om preventie en voorlichting te geven binnen de professionele setting. Vanuit de rol van organisator houdt de logopedist zich bezig met het professioneel samenwerken met verschillende betrokkenen van de cliënt. Om een goede organisatie van de dienstverlening te kunnen garanderen, beheert de logopedist de praktijk, onderneming, afdeling of dienst op een professionele en verantwoorde wijze. Daarbij biedt hij vanuit de rol van organisator onder andere collega’s coaching en ondersteuning in het verantwoord uitvoeren van het beroep. Binnen de rol van de innovator heeft de logopedist de taak om de kwaliteit van zijn handelen op een vereist peil te houden en bij te dragen aan de ontwikkeling van het beroep. Daartoe verdiept de logopedist zijn kennisniveau en speelt in op de actuele maatschappelijke hulpvragen.

Vraag IV: Hoe komen deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groep(en)/leerjaren terug?

De opleiding maakt gebruik van beroepsvaardigheidstrainingen, waarin zowel eigen als therapeutische vaardigheden worden getraind aan de hand evidence based methodes.
Werken aan beroepsproducten, gebaseerd op beroepssituaties uit de praktijk van de logopedist maakt het werken aan de prestatie-indicatoren zichtbaar.
Beroepsoriënterende stages en gastcolleges zorgen voor binding met de beroepspraktijk en het koppelen van theorie aan praktijk.
Tijdens simulatiesituaties kunnen studenten laten zien hoe ver zij zijn met de competenties die te maken hebben met het verlenen van zorg, trainen/adviseren en coachen/begeleiden.
Vrije profileringsprojecten geven de student de ruimte te werken aan de competenties en prestatie-indicatoren waar zij zich meer in willen verdiepen.

Curriculum Analyse Deel B


De Opleiding voor Logopedie maakt deel uit van Fontys Paramedische Hogeschool (FPH) en is in 2013 geaccrediteerd. De visie is het opleiden van ‘’de logopedist van morgen’’, een logopedist die in staat is proactief en flexibel om te gaan met een voortdurend veranderende maatschappij, zoals staat omschreven in de kritische reflectie (Aansprekend). De logopedieopleiding wordt in Nederland aangeboden door zeven hogescholen met een vergelijkbaar opleidingsprofiel. (‘COMPASS’)
De vertaalslag van deze visie naar het onderwijs vormt, samen met het profiel voor de beginnende beroepsbeoefenaar, de basis voor het curriculum. De HBO-Monitor 2012 geeft aan dat studenten tevreden zijn over de inbedding van het onderwijs in de beroepspraktijk. Studenten uiten in de NSE 2013 hun tevredenheid over de beroeps-/praktijkgerichtheid van de opleiding.
 
Het programma heeft een studielast van 240 European Credits.
Elke onderwijsperiode is op dezelfde wijze gestructureerd, bestaat uit acht lesweken en afsluitend twee tentamenweken en wordt inzichtelijk gemaakt d.m.v. het programma N@tschool.
Vanuit de NSE geven studenten aan matig tevreden te zijn over de spreiding van de studielast over het studiejaar. Uit de onderwijsperiode-evaluaties wordt duidelijk dat eerste en tweedejaars studenten tevreden zijn over de spreiding van de contacturen en dat de verhouding tussen contacturen en zelfstudie-uren goed was.
 
Het ontwerp van de opleiding kent vier leerlijnen, namelijk; een conceptuele, vaardigheden, Studieloopbaan/praktijk en een integrale leerlijn.
De vormgeving en keuzes van de opleiding zijn gebaseerd op de principes van competentiegericht leren en opleiden. 2 dimensies worden aangehouden:
1 van middelbare scholier tot zelfstandig lerende student;
2 van beginner tot startbekwaam logopedist.
 
De opleiding heeft als uitgangspunt dat de beoogde eindkwalificaties qua inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd zijn, dat ze voldoen aan domein specifieke en algemene criteria (OER)voor hbo-bachelors en aansluiten bij eisen van het internationale beroepenveld en vakgebied.
De beoogde eindkwalificaties zijn geformuleerd in termen van competenties, die 3 niveaus kennen gedurende de opleiding.
Niveau 1: doorstroombekwaam
Niveau 2: basisbekwaam
Niveau 3: startbekwaam
De student heeft gedurende de opleiding een aantalkeuzemogelijkheden over de vormgeving van zijn studieloopbaan.
Docenten constateren een duidelijke horizontale samenhang, maar dat deze niet zonder meer voor studenten herkenbaar is in de organisatie door de veelheid van soms kleine vakken. Zoals blijkt uit de NSE waarderen studenten inhoud, samenhang en actualiteit van de opleiding als voldoende. Studenten zijn niet tevreden over de mogelijkheden die de opleiding biedt de eigen inhoud te bepalen.

In jaar 1 starten gemiddeld 80 studenten, die worden verdeeld over leergoepen van maximaal 15 studenten. De groepen wisselen in jaar 1 na een half jaar. Vanaf jaar 2 wordt de leergroep in 2 klassen verdeeld en onderverdeeld in kleinere groepen. Studenten werken geregeld samen aan opdrachten.

De opleiding heeft als beleidsuitgangspunten dat ze beschikt over een adequaat systeem van toetsing en dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
Het systeem van toetsing en het toezicht daarop, hogeschoolbreed georganiseerd en vastgelegd in het FPH Toetsbeleidsplan.
Studenten worden individueel beoordeeld, ook bij  groepsactiviteiten/-producten.  De opleiding maakt gebruik van toetsvormen (kennistoetsen, vaardigheidstoetsen, stage, afstudeerwerken) aan de hand van Miller, G.E. (1990). The assessment of clinical skills/performance.
Voor toetsing in de propedeuse, hoofdfase en eindfase is het CLOTS-schema opgesteld.
De examencommissie is tevreden over de borging van de toetskwaliteit zoals blijkt uit haar studiejaarverslag. Ook studenten zijn tevreden met de wijze van toetsen, wat blijkt uit onder meer de resultaten van de NSE.

De opleiding heeft 16 docenten in dienst als vast team. Daarnaast worden docenten ingezet van het lectoraat en zijn er gastdocenten in een flexibele schil van. Alle docenten zijn vakinhoudelijk bekwaam op basis van een relevante opleiding. Van de docenten is 75% opgeleid als logopedist. Daarnaast heeft 65% van het team een masteropleiding gevolgd. Alle docenten zijn didactisch bekwaam op basis van een verworven Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) of equivalent daarvan. (personeelsplan)
De mate van sturing door de docenten neemt gedurende de studie af. Op niveau 1 en het begin van niveau 2 is de docent instructeur en begeleider, daarna wordt de docent coach. In de afstudeerfase delegeert de docent de werkzaamheden aan de student. Docenten vervullen ook een rol als studieloopbaanbegeleider.
De NSE laat zien dat studenten tevreden zijn over de inhoudelijke deskundigheid van de docenten en hun kennis over de beroepspraktijk, maar de studenten ervaren hen minder inspirerend en beoordelen zij hun betrokkenheid en didactische kwaliteiten als matig.
In de specifieke docentpilot zijn de waarderingen beter dan in de enquête.

De materiële voorzieningen toereikend zijn voor het realiseren van het studieprogramma.
De studieloopbaanbegeleiding en informatievoorziening aan studenten de studievoortgang bevorderen en aansluiten bij de behoeften van de studenten. Zoals blijkt uit de NSE zijn studenten tevreden over het studiemateriaal.

De Leeromgeving wordt op instituutsniveau georganiseerd en volgt het huisvestingsbeleid.
De opleiding heeft de beschikking over algemene onderwijsruimten/mediatheek voor groepen van 6 tot 130 studenten.
Daarnaast zijn er opleidingsspecifieke vaardigheidslokalen en laboratoria. Uit onderwijsperiode-evaluaties komt een stijging in tevredenheid van studenten naar voren in het tijdig verschijnen van het rooster.

 

 

maandag 24 februari 2014

Out of the Box Bom!

Nooit bewust geweest van het feit dat je ''te oplossingsgericht'' kon zijn...
Bewustwordings-Bom gehad vandaag, dat oplossingsgericht denken mij niet helpt om out of the box te denken..

Leermomentje: Loslaten van het bedenken van oplossingen en eerst alleen associëren!
Eerste idee voor herziening: Leerinhoud/vakken met elkaar integreren. Loskomen van de eilandjes binnen Logopedie.



 

maandag 17 februari 2014

Even voorstellen.....

Mijn naam is Irene Muñoz Chandia, ik ben 25 jaar oud en woon in Eindhoven. Mijn vader is een Chileen en woont in Chili, mijn moeder is Nederlandse maar woonachtig in Italië.
Ik heb een zus in Nederland en een halfzus in Chili. Ik heb veel contact met mijn familie in het buitenland.
Mijn hobby’s zijn: zingen, squashen, hardlopen, dansen (salsa, bachata, merengue) en koken voor vrienden.

Ik ben twee jaar geleden afgestudeerd aan de opleiding Logopedie te Eindhoven en ben sinds september vorig jaar werkzaam als docent bij deze opleiding aan de Paramedische Hogeschool. Hier verzorg ik vooral praktijklessen met betrekking tot ''stem''. De lessen stem, muziek, zang, eigen stem en uitspraak en trainen vallen onder andere onder mijn verantwoordelijkheid. 
Ik geef les aan studenten van jaar 1, 2 en 3. Ook begeleid ik beroepsproducten in jaar 4 en coördineer ik de vrije profilering van groepen studenten. Ik heb dus contact met alle studenten van de opleiding. 

Naast mijn werk als docent, ben ik eigenaresse van trainingsbureau WePresent, dat groepstrainingen verzorgt op gebied van stem- en presentatietechnieken.


In de SWOT-analyse staan mijn sterke en zwakke kanten beschreven op zowel persoonlijk als professioneel niveau.